Vergunningvrij bouwen onder de Omgevingswet

De Omgevingswet biedt mogelijkheden om zonder omgevingsvergunning te bouwen. Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen een technisch deel (technische bouwactiviteit) en een ruimtelijk deel (omgevingsplanactiviteit). Dit wordt ‘de knip’ genoemd.[1] In dit artikel wordt in hoofdlijnen uitgelegd wanneer iets vergunningvrij gerealiseerd kan worden onder de Omgevingswet.

 

Technische bouwactiviteit

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten voor zover het gaat om een bij algemene maatregel van bestuur (amvb) aangewezen geval. De amvb waarnaar wordt verwezen is het ‘Besluit bouwwerken leefomgeving’ (Bbl). Met andere woorden: de bouwactiviteit is vergunningvrij, tenzij het staat aangewezen als vergunningplichtig in het Bbl.

 

De vergunningplichtige gevallen staan opgesomd in artikel 2.25 en 2.26 van het Bbl, waarbij het eerste artikel ziet op bouwwerken met een dak en het laatste artikel op bouwwerken zonder dak. Zo is bijvoorbeeld een vergunning nodig voor de bouwactiviteit als het gaat om een bouwwerk dat hoger is dan 5 meter (art. 2.25 sub b) of voor het plaatsen van een erf- of perceelafscheiding hoger dan 2 meter (art. 2.26 sub c).

 

Als op basis van deze artikelen iets vergunningplichtig is, kan er worden gekeken of het bouwwerk wordt uitgezonderd in artikel 2.27 Bbl. Een voorbeeld is een de bouw van een dakkapel (art. 2.27, tweede lid, sub a). Er is dan dus geen omgevingsvergunning nodig voor de bouwactiviteit.

 

Op de grond gebouwde woningen

Ook is van belang dat een bouwactiviteit die valt onder ‘gevolgklasse 1’ als bedoeld in artikel  2.17 Bbl eveneens is uitgesloten van de vergunningplicht voor de bouwactiviteit. Er is dan geen vergunning vereist, maar je moet de activiteit wel vooraf melden (art. 2.18 en 2.19 Bbl). Ook moet achteraf een gereedmelding worden gemaakt (2.21 Bbl). Denk hierbij aan op de grond gebouwde woningen zoals vrijstaande woningen, twee-onder-een-kapwoningen en rijtjeswoningen. Daarvoor is geen omgevingsvergunning voor de technische bouwactiviteit nodig.

 

Ook als het niet aangewezen is als vergunningplichtig dan ben je er nog niet. Ook al is er geen omgevingsvergunning nodig voor de technische bouwactiviteit, moet er toch altijd nog gekeken worden of er een vergunning is vereist voor de omgevingsplanactiviteit.[2]

 

Omgevingsplanactiviteit

De omgevingsplanactiviteit ziet op het ruimtelijk deel van de bouwactiviteit. Er wordt dan gekeken of de aanvraag voldoet aan de regels die zien op de fysieke leefomgeving, denk aan bijvoorbeeld de bouwhoogte en de toegestane functie.

 

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten, tenzij het is aangewezen in het Bbl. Met andere woorden: er is een omgevingsvergunning vereist, tenzij dit is uitgezonderd in het Bbl.

 

In artikel 2.29 Bbl staat welke omgevingsplanactiviteiten vergunningvrij zijn. Denk aan een dakraam of zonnepanelen. Wordt een activiteit in dit artikel genoemd? Dan is de omgevingsplanactiviteit vergunningvrij, ongeacht wat er in het omgevingsplan staat. Let op: voor activiteiten aan of bij monumenten gelden wel beperkingen.

 

Bruidsschat

Als de omgevingsplanactiviteit niet staat vermeld in artikel 2.29 van het Bbl, dan kan ook artikel 22.36 van de bruidsschat omgevingsplan nog aanwijzen dat de activiteit vergunningvrij is. Denk aan bepaalde bijbehorende bouwwerken en erf- en perceelafscheidingen. De bruidsschat moet worden gezien als ‘overgangsrecht’ en bestaat uit regels vanuit het Rijk welke tijdelijk zijn verhuisd naar het omgevingsplan van de gemeente. Uiteindelijk zullen gemeenten deze regels naar eigen voorkeur aanpassen. Tot die tijd kan er via de bruidsschat gebruik gemaakt worden van de rijksregels.

 

Staat de omgevingsplanactiviteit vermeld in artikel 22.36 van de bruidsschat? Dan is er geen omgevingsvergunning nodig voor de omgevingsplanactiviteit. Het is altijd vergunningvrij, ongeacht wat in het omgevingsplan staat. Let op: dit artikel geldt niet voor activiteiten in een rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht en bij of aan monumenten.

 

Tot slot staan ook vergunningvrije gevallen in artikel 22.27 van de bruidsschat. Denk hierbij aan bijbehorende bouwwerken in het achtererfgebied of een bouwwerk voor recreatief nachtverblijf. Aandachtspunt hierbij is wel dat deze activiteit in overeenstemming moet zijn met het omgevingsplan. Als de activiteit dus in strijd is met het omgevingsplan (bijvoorbeeld als de activiteit niet past binnen de toegestane functie of als de bouwhoogte wordt overschreden), dan is er alsnog een omgevingsvergunning nodig.

 

Conclusie

Vergunningvrij bouwen blijft ook mogelijk onder de Omgevingswet, maar kijk hiervoor wel goed in het Bbl en het omgevingsplan. Wilt u weten of iets vergunningvrij gebouwd kan worden? Wij kijken graag met u mee!

 

Geschreven door Amy van Eijk

18 april 2024

 

[1] Over ‘de knip’ is ook eerder een artikel online gekomen: “De Knip: splitsing van technisch en ruimtelijk bouwen onder de Omgevingswet

[2] Over de omgevingsplanactiviteit is begin dit jaar een artikel online gekomen: “De mogelijkheden voor (bouw)initiatieven onder de Omgevingswet”

Algemene voorwaarden

Kantoorklachtenregeling

Privacy Statement