Spouwmuurisolatie? Onderzoek naar vleermuizen is verplicht!

Op 2 augustus 2023 heeft de Afdeling uitspraak gedaan over spouwmuurisolatie en de aanwezigheid van vleermuizen. Deze uitspraak is een vervolg op de eerdere uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 11 mei 2021. Het ging over het volgende. Een isolatiebedrijf had met het na-isoleren van spouwmuren van woningen onvoldoende maatregelen getroffen om nadelige gevolgen voor vleermuizen te voorkomen. Het bedrijf kreeg een last onder dwangsom opgelegd van het college van gedeputeerde staten om herhaling van de overtreding van de zorgplicht van artikel 1.11 lid 1 van de Wet natuurbescherming (Wnb) te voorkomen.

 

Maatregelen
De maatregelen voor het controleren van vleermuizen in spouwmuren die het bedrijf gebruikte bestonden uit het bevragen van de opdrachtgever, het uitvoeren van een visuele inspectie en endoscopisch onderzoek. Daarbij wordt er met een camera in de te isoleren spouwmuren gekeken. Dat was volgens het college onvoldoende om aan de onderzoeksplicht te voldoen. De kans zou namelijk erg groot zijn dat vleermuizen niet worden opgemerkt met endoscopisch onderzoek omdat er vaak oude isolatie, leidingen of puin in een spouwmuur zit waarmee het zicht wordt ontnomen. Ook is de meest voorkomende vleermuissoort, de gewone dwergvleermuis, maar zo groot als een luciferdoosje en zijn vleermuizen vaak pas in de avonduren actief, waardoor de bewoners niet weten dat er vleermuizen in de muren leven. Het bedrijf was het niet eens met dit besluit en achtte hun werkzaamheden wel voldoende toereikend om de vleermuizen in spouwmuren te ontdekken. De Rechtbank Midden-Nederland ging daar niet in mee en verklaarde het beroep van het bedrijf ongegrond. Het bedrijf ging vervolgens in hoger beroep bij de Afdeling.

Normaliter maakt de bestuursrechter voor het beoordelen van een zaak alleen gebruik van informatie die procespartijen aanleveren. In deze zaak deed de Afdeling iets bijzonders door voor het eerst een beroep te doen op artikel 8:12b Awb (de amicus curiae-procedure). Hiermee vraagt de Afdeling om extern advies over de gebruikelijkheid en geschiktheid van enerzijds endoscopisch en anderzijds ecologisch onderzoek. Een ieder die dacht er wat van af te weten kon reageren tot en met 13 januari 2023. Afgelopen week was het dan eindelijk zover en heeft de Afdeling met alle adviezen een oordeel kunnen vellen over deze zaak.

 

Extern advies
Uit de reacties is gebleken dat er geen alternatieve toereikende onderzoeksmethodes zijn naast een ecologische quickscan. De reacties zijn dan ook vrij eenduidig: het eenmalig uitvoeren van een endoscopisch onderzoek is onvoldoende en schiet tekort. De aanwezigheid van vleermuizen kan daarmee niet worden uitgesloten.

 

Uitspraak ABRvS[1]
De Afdeling komt dan ook, met inachtneming van het extern advies, tot de conclusie dat voor de vaststelling van de afwezigheid van vleermuizen een ecologische quickscan vereist is door een deskundige ecoloog. Zo worden kleine vleermuizen ook ontdekt, hetgeen onzeker is bij een endoscopisch onderzoek.

Dat het bedrijf betoogt dat zij niet kon weten dat er met een endoscopisch onderzoek niet aan de onderzoeksplicht wordt voldaan, doet daar niet aan af. Uit de Memorie van Toelichting van de Wnb blijkt namelijk dat er een onderzoeksplicht rust op degene die een handeling als na-isoleren wil verrichten. Dat betekent dat het bedrijf het Vleermuisprotocol uit 2017 had moeten lezen, waarin uitgebreid informatie staat over de aanwezigheid van vleermuizen en waarin tevens staat dat er bij twijfel een ecologische quickscan vereist is. Dit werd ook meermaals aangehaald door de meedenkers.

 

Mogelijke andere oplossingen[2]
De vereiste onderzoeksmethode voor vleermuizen in spouwmuren die in deze uitspraak naar voren komt, een ecologische quickscan door een deskundige en mogelijk nog een nader ecologisch onderzoek, kan tot wel twee jaar duren en is kostbaar. Dat komt omdat een deskundige ecoloog meerdere malen onderzoek moet doen op locatie.

Wel is het zo dat er sinds 2019 veel ontwikkelingen zijn op het gebied van onderzoek naar vleermuizen en na-isoleren van woningen. Een mogelijk nieuwe werkwijze is het gebruiken van een ‘Soorten Management Plan (SMP)’. Het idee is dat er in plaats van allemaal kleine onderzoeken er op voorhand één onderzoek voor een groot gebied wordt gedaan: een gebiedsbreed onderzoek. Het college van gedeputeerde staten verleent dan een ontheffing aan de gemeente om na-isolatie mogelijk te maken binnen die gemeente, ook door particulieren. Met deze ontheffing kan de initiatiefnemer werkzaamheden uitvoeren volgens de werkwijze uit het SMP en hoeft dus niet meer voor elke ingreep afzonderlijk een ecologische quickscan te worden uitgevoerd. Dat bespaart in ieder geval tijd.

Ook werkt de isolatiebranche samen met bestuursorganen om tot een nieuwe werkwijze te komen. Zo kan de gemeente de verantwoordelijkheid krijgen om woningen ‘natuurvrij’ te maken en na-isolatiewerkzaamheden uit te voeren.

Over bovenstaande ontwikkelingen kon de Afdeling echter geen oordeel geven, omdat deze van een latere datum zijn en geen onderdeel uitmaakten van deze rechtszaak. Het is dus nog wel de vraag of deze mogelijkheden de rechterlijke toets kunnen doorstaan.

 

Conclusie
De eigenaar van een bestaande woning draagt de verantwoordelijkheid om er bij het isoleren van de spouwmuur zeker van te zijn dat er geen vleermuizen zitten. Anders kan er een dwangsom worden opgelegd. Vanaf nu is het duidelijk dat er in ieder geval een ecologische quickscan moet worden uitgevoerd door een deskundige ecoloog om te voldoen aan de zorgplicht. Heeft u hier vragen over? Wij denken graag met u mee!

Eerder is over de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland een artikel geschreven. Lees die hier.

 

Geschreven door Amy van Eijk

7 augustus 2023

 

[1] Raad van State 2 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2969, r.o. 9.3.
[2] Raad van State 2 augustus 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2969, r.o. 13.

Algemene voorwaarden

Kantoorklachtenregeling

Privacy Statement