Toegang tot de bestuursrechter bij omgevingsrechtelijke besluiten nog verder verruimd. Wat zijn de gevolgen voor projectontwikkelaars?

 

Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 mei jl. zullen meer personen en organisaties toegang krijgen tot de bestuursrechter. Initiatiefnemers van (bouw)projecten zullen daar grote gevolgen van ondervinden. Het zorgt ervoor dat er langere tijd onzekerheid is over de onherroepelijkheid van een besluit en het levert veel vertraging op. Hoe zit dit? En wat kunnen initiatiefnemers hieraan doen? Lees het hieronder.

 

Eerder oordeelde de Afdeling al dat belanghebbenden altijd in beroep mogen tegen omgevingsrechtelijke besluiten, ook als zij geen zienswijze hebben ingediend (14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786). Deze uitspraak deed de Afdeling naar aanleiding van een arrest van het Hof van Justitie (het Varkens in Nood-arrest). Op 4 mei 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:953) ging de Afdeling nog een stap verder: ook niet-belanghebbenden die een zienswijze hebben ingediend kunnen in beroep bij de bestuursrechter.

 

Waar ging de zaak van 4 mei 2021 over?
De zaak ging over de verlening van een omgevingsvergunning voor het realiseren van een zonnepark. Een aantal niet-belanghebbenden had een zienswijze ingediend en daarna beroep ingesteld bij de rechtbank. Hun beroepen werden door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard. In hoger beroep oordeelde de Afdeling dat dit onterecht was.

 

De Afdeling geeft aan dat uit het Varkens in Nood-arrest ook volgt dat iedereen die een geldige zienswijze heeft ingediend over een ontwerpbesluit in een milieurechtelijke procedure, beroep mag instellen bij de bestuursrechter. In tegenstelling tot wat in de wet staat (artikel 8:1 van de Awb), geldt dit dus niet alleen voor belanghebbenden, maar voor iedereen.

 

Toch wel een restrictie voor indieners: het relativiteitsvereiste
Wel geldt het relativiteitsvereiste. Dit houdt in dat de bestuursrechter een beroepsgrond niet beoordeelt als die beroepsgrond gaat over een wettelijke norm die het belang van de indiener bij het vernietigen van de omgevingsvergunning niet beschermt. Denk bijvoorbeeld aan een indiener die op grote afstand van een bouwproject woont en stelt dat de verleende omgevingsvergunning leidt tot parkeeroverlast voor zijn woning. Het is de verwachting dat niet-belanghebbenden eerder tegen het relativiteitsvereiste aan zullen lopen.

 

Gevolgen voor de praktijk
Naar aanleiding van deze uitspraak en de eerdere uitspraak van 14 april 2021 zullen meer personen dan nu toegang krijgen tot de bestuursrechter. Ook al wordt verwacht dat niet-belanghebbenden sneller tegen het relativiteitsvereiste aanlopen, initiatiefnemers en overheden ondervinden wel grote gevolgen van deze uitspraken. Appellanten kunnen hun kaarten tegen de borst houden en in beroep pas hun gronden op tafel leggen. Dit kan sneller tot de vernietiging van een besluit leiden. Ook zorgt het ervoor dat er langere tijd onzekerheid is over de onherroepelijkheid van een besluit en levert het voor initiatiefnemers en overheden veel vertraging op.

 

Voor welke besluiten geldt dit?
Het bovenstaande geldt voor alle omgevingsrechtelijke besluiten die met de uitgebreide procedure zijn voorbereid. Denk bijvoorbeeld aan omgevingsvergunningen, bestemmingsplannen, tracébesluiten en besluiten op grond van de Waterwet.

 

Wat kunnen initiatiefnemers doen?
Het is van belang om de risico’s van het plan goed inzichtelijk te hebben. Waar eerst de zienswijzenprocedure nog weleens werd afgewacht, kan dat nu niet meer. Besteed daarom extra aandacht aan het participatietraject zodat eventuele bezwaren toch al in het beginstadium duidelijk worden. Die informatie kan gebruikt worden om het besluit zo goed mogelijk voor te (laten) bereiden.

 

Omdat je als initiatiefnemer afhankelijk bent van het bevoegd gezag, is het verstandig om een proactieve houding aan te nemen. Blijf in gesprek met het bevoegd gezag en lees goed mee met ingediende beroepen en verweerschriften. Help waar dat nodig en mogelijk is zodat de stukken tijdig worden ingediend en eventuele aanvullende onderzoeken nog op tijd aangeleverd kunnen worden.

 

Ik kijk graag met u mee zodat u niet voor verrassingen komt te staan.

 

6 mei 2021

Algemene voorwaarden

Kantoorklachtenregeling

Privacy Statement