Vangen, verdoven en zenderen van de wolf onvoldoende onderbouwd

De wolf is terug in ons land. Dat heeft geleid tot de nodige discussies onder wolvendeskundigen, stichtingen en provincies. Daarbij speelt aan de ene kant het belang van de strikt beschermde status van de wolf een rol en aan de andere kant het belang van veiligheid van mensen en andere dieren. In dit artikel praten we je bij over de (juridische) achtergrond ervan en het oordeel van de rechter.

 

De zaak

In onderhavige zaak gaat het om een klein meisje dat is gebeten door een wolf toen zij bij de Utrechtse Heuvelrug met de buitenschoolse opvang op stap was. Die zaak is aanhangig gemaakt bij de voorzieningenrechter en wordt in dit artikel besproken. Daarbij is vooraf enige context van belang.

 

Wettelijke grondslag

De wolf staat op bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn en is een strikt beschermde soort.[1] Dat betekent dat het opzettelijk vangen of doden van in het wild levende wolven en het opzettelijk verstoren van de wolven verboden is. Dit geldt ook voor het beschadigen of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen. Deze beschermingsverplichting is op nationaal niveau met de invoering van de Omgevingswet neergelegd in een algemene maatregel van bestuur, namelijk het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het komt er kortgezegd op neer dat een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit is vereist bij het opzettelijk verstoren, vangen of doden van de wolf (art. 11.46 Bal). Het beoordelingskader voor het wel of niet verlenen van de vergunning is neergelegd in artikel 8.74k van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl).

 

Je moet van goeden huize komen wil je een omgevingsvergunning c.q. ontheffing verkrijgen om de wolf te verstoren. Zo heeft de rechtbank Midden-Nederland eerder een ontheffing geschorst voor het verjagen van een wolf met een paintballgeweer. Volgens de rechter ontbrak de noodzaak. Ook was het onvoldoende gemotiveerd. Het was niet duidelijk of er alternatieven bestonden om de wolf te verjagen.[2]  Reden voor die strenge toets door de rechter is dat de wolf in Nederland nog niet in een optimale ‘staat van instandhouding’ heeft bereikt. Dat wil zeggen dat op dit moment de kans groot is dat met verstoring de wolf opnieuw uit Nederland wordt verjaagd. Die strenge toets vindt ook plaats bij andere strik beschermde soorten met een onvoldoende staat van instandhouding.

 

Flora- en fauna-activiteiten

Terug naar de zaak. Na het incident is er een noodbevel uitgegaan door de burgemeester van de gemeente Leusden. Dat bevel leidde tot afsluiting van het gebied van incidenten binnen landgoed Den Treek-Henschoten in Leusden. Dat betekent dat het gebied door niemand meer mocht worden betreden.

 

Voorts heeft op 23 augustus 2024 het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht (hierna: de provincie) een omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit (hierna: de omgevingsvergunning) verleend voor het vangen en zenderen van de wolf. Door het dier te zenderen kan de situatie gemonitord en geanalyseerd worden. Zo kan de provincie een plan maken om het onnatuurlijke en ongewenste gedrag van de wolf te veranderen. Ook is er toestemming verleend om het dier af te schrikken met een paintballgeweer en mogen er vangklemmen en verdovingswapens ingezet worden. Noemenswaardig is dat de vergunning alleen geldt voor deze specifieke wolf die het meisje aanviel. Specifiek deze wolf benadert namelijk al sinds maart 2024 mensen en dieren.

 

Stichting De Faunabescherming en Stichting Animal Rights hebben hiertegen bezwaar gemaakt. Tegelijkertijd met het bezwaar is er ook een voorlopige voorziening ingediend waarin is gevraagd om de wolf met rust te laten, tot er uitspraak is gedaan in de bodemprocedure.

 

Uitspraak voorzieningenrechter[3]

De voorzieningenrechter heeft in het kort geding op 16 september 2024 uitspraak gedaan. Samengevat oordeelt de voorzieningenrechter als volgt.

 

Volgens het eerder benoemde beoordelingskader uit art. 8.74k Bkl blijkt dat de maatregel wel noodzakelijk moet zijn in het belang van de openbare veiligheid. Volgens de rechter is die noodzaak onvoldoende gemotiveerd. De provincie heeft onvoldoende onderbouwd dat het nodig is om in te grijpen met de voorgestelde middelen. Ook speelt mee dat onduidelijk is of deze methoden effectief zijn zonder schade aan de wolf te veroorzaken. Nu is niet duidelijk of er nog andere minder vergaande oplossingen zijn. Te denken valt aan niet het gedrag van de wolf aanpassen, maar juist het gedrag van mensen en honden. Een voorbeeld is het afsluiten van een gebied voor honden en/of mensen. Daarom weegt het belang van de bescherming van de wolf op dit moment zwaarder dan de belangen van de provincie.

 

Dat betekent dat de provincie tot 2 weken na beslissing op bezwaar de wolf niet mag vangen, verdoven en zenderen en dus ook niet negatief mag conditioneren. Tijdens de zitting heeft het college laten weten dat het wellicht 2 à 3 maanden kan duren voordat er een beslissing op de bezwaren genomen wordt. Wordt dus vervolgd!

 

Afsluitend

Uit het hiervoor uiteengezette blijkt dat niet alleen bij een wolf, maar ook bij andere streng beschermde diersoorten een stevige onderbouwing is vereist. Dat geldt temeer als de staat van instandhouding van een soort onvoldoende is. Heeft u hierover advies nodig? Wij staan u graag bij!

 

Geschreven door Amy van Eijk

2 oktober 2024

 

[1] Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna.

[2] Rb Midden-Nederland 1 september 2023, ECLI:NL: RBMNE: 2023: 4453.

[3] Rb Midden-Nederland 16 september 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:5435.

Algemene voorwaarden

Kantoorklachtenregeling

Privacy Statement