Strengere maatstaf spoedeisend belang in bestemmingsplanzaken
Gelet op een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“ABRvS”) van 12 november 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:4551) is er minder snel een spoedeisend belang in voorlopige voorzieningen in bestemmingsplanzaken. In dit artikel praten wij je bij.
Voorlopige voorziening
Een spoedeisend belang is nodig bij het indienen van een voorlopige voorziening. Dat is een procedure waarbij een belanghebbende los van de bodemprocedure, dus los van het bezwaar of beroep, snel ingrijpen van de rechter verlangt. Er kan dan niet worden gewacht op de uitkomst van die procedure. Te denken valt aan het weerhouden van het kappen van een boom. Zonder voorlopige voorziening zou de boom al gekapt zijn nog voordat er uitspraak is gedaan over de boom in de bodemprocedure. Wanneer het gaat om bestemmingsplannen zorgt een voorlopige voorziening ervoor dat het bestemmingsplan wordt geschorst en nog niet in werking treedt. Er kunnen dan nog geen vergunningen worden verleend op basis van dat bestemmingsplan.
Feiten
Het bezwaar van verzoekster richt zich op het bestemmingsplan ‘Swaantjes- en Zandweg’. Dit bestemmingsplan maakt de realisatie van een zogenoemde Livar Experience Centre mogelijk. Dat is een concept waarbij varkenshouderijactiviteiten gecombineerd worden met een bezoekerscentrum, vleesatelier en een slachterij.
Verzoekster exploiteert nabij dit centrum, op 290 meter afstand, een varkenshouderij. Zij kan zich niet met dit bestemmingsplan verenigen nu zij vreest voor de nadelige gevolgen ervan. Zo is er volgens verzoekster een risico op verspreiding van de Afrikaanse varkenspest. Daarom verzoekt zij de voorzieningenrechter dit bestemmingsplan te schorsen, totdat de rechter in de bodemprocedure zich heeft uitgesproken over de rechtmatigheid van het bestemmingsplan.
Oordeel voorzieningenrechter
Volgens artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een spoedeisend belang vereist voor een geslaagd verzoek om een voorlopige voorziening. Daar is hier geen sprake van, aldus de voorzieningenrechter. Reden daartoe is dat er op dit moment geen omgevingsvergunning voor bouwen is ingediend op grond van het bestemmingsplan. Eveneens zijn er geen aanwijzingen dat de nieuwe bouwmogelijkheden kunnen zorgen voor “onomkeerbare gevolgen”. De voorzieningenrechter maakt van deze gelegenheid gebruik om uitdrukkelijk af te wijken van hoe de voorzieningenrechter in het verleden heeft geoordeeld.
Middels deze uitspraak is duidelijk geworden dat de enkele stelling dat het voornemen bestaat om te gaan bouwen of om een vergunningaanvraag in te dienen, onvoldoende is om een spoedeisend belang aan te nemen.
Eerder werd spoedeisendheid aangenomen als er werd verwacht dat op korte termijn een omgevingsvergunning voor bouwen werd ingediend. In deze zaak neemt de voorzieningenrechter dus afstand van deze lijn.
Gevolgen voor initiatiefnemers
Deze uitspraak kan nadelig zijn voor initiatiefnemers. Voor hen kan het juist zinvol zijn om een voorlopige voorziening uit te lokken door te dreigen met de start van de bouwwerkzaamheden. Er kan dan bij de inhoudelijke behandeling van het verzoek om een voorlopige voorziening een voorlopig rechtmatigheidsoordeel worden gegeven. Zo krijgt de initiatiefnemer alvast meer duidelijkheid over de vraag of het bestemmingsplan overeind blijft. Ook kan de initiatiefnemer dan beter inschatten of het verstandig is om de aanvraag voor de bouwwerkzaamheden daadwerkelijk in te dienen met alle kosten die daarmee gemoeid zijn.
Met het oog op deze uitspraak doen initiatiefnemers die een voorlopige voorziening uit willen lokken en die nog geen aanvraag hebben ingediend, er verstandig aan om goed te motiveren waarom op korte termijn wordt begonnen met de bouw én waarom de werkzaamheden onomkeerbare gevolgen hebben.
Conclusie
Naar aanleiding van deze uitspraak zal spoedeisend belang in een voorlopige voorzieningenprocedure dus minder snel worden aangenomen. Er moet voortaan aannemelijk worden gemaakt dat op korte termijn wordt aangevangen met de bouw en waarom de werkzaamheden onomkeerbare gevolgen hebben. Vereist is dat een aanvraag is gedaan of dat kan worden onderbouwd dat deze aanvraag kan worden verwacht. Het enkel stellen dat op korte termijn wordt aangevangen met de werkzaamheden is onvoldoende.
We verwachten dat deze strengere toets ook van toepassing zal zijn op omgevingsplannen.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Wij denken graag met u mee!
Geschreven door Amy van Eijk
11 december 2024