Ook bij een verouderd vergunningvoorschrift moet een handhavingsverzoek serieus beoordeeld worden
De Rechtbank Limburg heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert (“het college”) op 19 september 2025 (ECLI:NL:RBLIM:2025:9053) een tik op de vingers gegeven. Volgens de rechtbank had het college tot handhaving over moeten gaan, nu geluidsnormen waren overtreden. Dat die geluidsnormen voortkwamen uit een oude bouwvergunning waarin werd verwezen naar een niet meer geldende bouwverordening van de gemeente Weert, doet daar niets aan af.
Feiten
Eiser in deze zaak ervaart geluidsoverlast van de aangrenzende buren. Het pand van de buren dateert uit 1934 en is met een op 31 maart 1992 verleende vergunning uitgebreid verbouwd. De buren gebruikten de begane grond als shoarmazaak en verhuurde kamers op de eerste en tweede verdieping.
In 2018 is het pand overgenomen door een nieuwe eigenaar, waarbij er op 26 juli 2023 een vergunning is verleend voor het ombouwen van de shoarmazaak naar twee zelfstandige appartementen en het legaliseren van een aanbouw met dakterras, hetgeen eerder in strijd was met de vergunning uit 1992.
Wat speelde er?
Door de verbouwplannen van de nieuwe buurman is er bij eiser geluidsproblematiek aan het licht gekomen. Volgens eiser bestaat er geluidsoverlast doordat de scheidingsmuur tegen zijn kelderbak is aangebouwd en met cement is volgestort. Dat leidde ertoe dat zijn pand constructief met het pand van de buren is verbonden. Volgens eiser volgt uit de vergunning uit 1992 dat de scheidingswand moet voldoen aan de eisen van geluidwering uit de toen geldende bouwverordening. Nu dat niet is gebeurd, ervaart eiser geluidsoverlast.
Eiser heeft daarom op 23 mei 2023 een handhavingsverzoek ingediend, waarin hij heeft verzocht om onder andere tegen de geluidsoverlast op te treden. Het vergunningvoorschrift uit de bouwvergunning uit 1992 is niet nageleefd en dus moet het college dat voorschrift alsnog handhaven.
Niet handhaven vanwege verouderd vergunningvoorschrift
Het college besluit dat niet kan worden opgetreden tegen de overtreding van dat voorschrift. Reden daartoe is dat de bouwverordening waar in het voorschrift naar wordt verwezen niet meer bestaat. Handhaving bleef daarom achterwege.
Oordeel rechter
De rechtbank gaat daar niet in mee. Dat een vergunningvoorschrift in een oude bouwvergunning uit 1992 verwijst naar een niet meer geldende bouwverordening, maakt niet dat handhaving onmogelijk is. Het college heeft volgens de rechtbank ten onrechte niet onderzocht of de scheidingswand in het pand van de buurman voldoet aan de eisen uit de bouwverordening. Dat had het college wel moeten doen omdat zij anders niet kan bepalen of er wel of geen sprake is van een overtreding van de vergunning. Het college had dan ook niet zonder onderzoek kunnen en mogen concluderen dat geen sprake is van een overtreding. Het beroep van eiser is gegrond.
Conclusie
Ook aan oude vergunningvoorschriften die verwijzen naar niet meer geldende regelgeving moet worden voldaan. Het college kan niet afzien van handhavend optreden omdat de regelgeving verouderd zou zijn. Ook bij verouderde regelgeving moet een handhavingsverzoek serieus beoordeeld worden en geldt er een beginselplicht tot handhaving.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Wij denken graag met u mee!
Geschreven door Amy van Eijk
29 oktober 2025