Gewijzigde rechtspraak leidt tot eerdere natuurvergunningplicht
Naast het onverbindend verklaren van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in 2019 en de exit van de bouwvrijstelling voor stikstofdepositie in 2022, is er een volgende wijziging in stikstofland. Op 18 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“de Afdeling”) geoordeeld dat intern salderen niet meer mag worden betrokken in de voortoets. Er zal nu eerder een verplichting bestaan om een natuurvergunning aan te vragen. Het nieuwe beoordelingskader is sinds de uitspraak direct van toepassing en is relevant voor alle activiteiten die tussen 1 januari 2020 en 1 januari 2025 met behulp van intern salderen zijn gerealiseerd.
Stikstofdepositie
Bij activiteiten die stikstofdepositie veroorzaken op een Natura 2000-gebied moet worden onderzocht of een project significante gevolgen heeft voor de natuur. Dit wordt aangeduid als de ‘voortoets’. In die voortoets wordt beoordeeld of significante effecten kunnen worden uitgesloten middels ‘intern salderen’. Dit houdt in dat stikstofuitstoot binnen een bestaand bedrijf of project wordt verminderd of herverdeeld, zodat de totale uitstoot niet toeneemt. Dat betekent dat bedrijven vergunde stikstofemissies van het oude project wegstrepen tegen de stikstokemissies van het nieuwe project. Zo kan binnen de emissienormen worden gebleven terwijl een bedrijf toch veranderingen of uitbreidingen doorvoert.
Als blijkt dat significante gevolgen voor Natura 2000-gebieden niet uit te sluiten zijn, moet er een passende beoordeling worden gemaakt en is er een natuurvergunning vereist.
Het nieuwe beoordelingskader
Met de uitspraak van 18 december 2024 kan intern salderen niet meer wordt gebruikt in de voortoets. Dat betekent dat vergunde stikstofemissies niet meer mee mogen tellen en ook niet meer verrekend mogen worden. Er moet alleen worden gekeken naar de stikstofemissies van het nieuwe project zelf. Omdat je de oude stikstofemissies niet meer kunt verrekenen met de nieuwe c.q. toekomstige stikstofemissies, komt de totale stikstofemissie dus vaak hoger uit. Intern salderen kwalificeert vanaf nu als een mitigerende maatregel en er is zowel een passende beoordeling als een natuurvergunning vereist.
Verschil tussen intern salderen in de voortoets en de passende beoordeling is dat de lat bij de passende beoordeling hoger ligt. Een initiatiefnemer moet duidelijk aantonen dat er géén significante gevolgen zijn. Er moet dus zekerheid zijn dat een project de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied niet zal aantasten. Dat is strenger dan de toets van ‘mogelijke significante effecten’. Met dit strengere beoordelingskader wordt aangesloten bij de Europese normen. In de praktijk leidt dit ertoe dat vaker een natuurvergunning nodig zal zijn.
Bijkomende gevolgen
De uitspraak zorgt bij provincies en initiatiefnemers voor veel onzekerheid. Dit nieuwe kader is per direct van kracht, dus ook in lopende procedures. Provincies moeten hun vergunningenbeleid daarom gaan heroverwegen. Verder geldt voor alle activiteiten in de afgelopen vijf jaar waarbij gebruik is gemaakt van intern salderen, dat de stikstofdepositie opnieuw moet worden beoordeeld. Dat zal ertoe leiden dat er in veel gevallen alsnog een natuurvergunning moet worden aangevraagd.
Conclusie
Intern salderen is nu vergunningplichtig geworden. Ook moeten lopende projecten opnieuw worden beoordeeld. Daarbij moet worden gekeken of er niet toch een natuurvergunning is vereist.
Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel? Wij denken graag met u mee!
Geschreven door Amy van Eijk
29 januari 2025